16 januari 2025
dagopening

donderdag, 16 januari 2025

Gelijkenissen

Laurens helpt 'zeikwijf'

Wie is mijn naaste?

NBV | Lucas 10:29-37

Maar de wetgeleerde wilde zijn gelijk halen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. (Een priester en een leviet (hulppriester) die langslopen, kijken niet naar het slachtoffer om. Een Samaritaan zorgt wél voor hem en brengt hem naar een herberg.) De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die hem barmhartigheid heeft betoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’

BGT | Lucas 10:29-37

De wetsleraar wilde laten zien dat hij de wet beter kende dan Jezus. Daarom vroeg hij: ‘Wie is mijn medemens dan?’ Toen vertelde Jezus een verhaal. Hij zei: ‘Een man reisde van Jeruzalem naar Jericho. Maar onderweg werd hij door rovers overvallen. Ze pakten alles van hem af, ook zijn kleren. Ze sloegen hem halfdood, en lieten hem liggen. (Een priester en een hulppriester die langslopen, kijken niet naar het slachtoffer om. Een Samaritaan zorgt wél voor hem en brengt hem naar een herberg.) De volgende dag gaf de Samaritaan geld aan de eigenaar van de herberg en zei: ‘Zorg goed voor de man. Als het je meer geld kost, krijg je dat van me op mijn terugreis.’ Toen vroeg Jezus: ‘Wat denk je? Wie was de medemens van de man die overvallen werd? De priester, de hulppriester of de Samaritaan?’ De wetsleraar antwoordde: ‘De Samaritaan, want die was goed voor de gewonde man.’ Toen zei Jezus: ‘Doe dan voortaan net zoals de Samaritaan.’

Verwerking

Wie is mijn naaste? De wetgeleerde deelde de mensen in twee groepen in: naasten en niet-naasten. De Samaritaan behoorde tot deze tweede groep. De priester en de hulppriester tot de eerste. Zij waren immers dienaren van God.  

Jezus vertelt dan dit verhaal en keert aan het einde de oorspronkelijke vraag om. De wetgeleerde vroeg: “Wie is mijn naaste?” Jezus vraagt: “Wie is de naaste van het slachtoffer?”  Dan moet de wetgeleerde antwoorden: “De Samaritaan.”   

Heb jij wel eens iemand geholpen die hulp nodig had? 

Wie is jouw naaste?  

Stelling: Mensen om mij heen interesseren mij eigenlijk helemaal niet. Ik help alleen mijn vrienden. Anderen moeten zichzelf maar redden. 

Gebed: HERE, laat ons toch oog hebben voor mensen in nood. Dichtbij of ver weg. Zij die onze hulp heel goed kunnen gebruiken. Geef dat wij meer doen dan het gewone.