dagopening

dinsdag, 01 december 2020

Afgoden

Wij doen: Geen afgoden | ABC van het geloof (afspelen tot 1:50)

Manasse was koning over Juda

NBV | 2 Koningen 21: 2-9

Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij gaf zich over aan de verfoeilijke praktijken van de volken die de HEER voor de Israëlieten verdreven had. Hij herstelde de offerplaatsen die zijn vader Hizkia verwijderd had, richtte nieuwe altaren op voor Baäl en maakte een nieuwe Asjerapaal.(...) Hij aanbad de hemellichamen en diende die. Hij (…) plaatste op de beide voorhoven van de tempel altaren voor de hemellichamen. Hij verbrandde zijn zoon als offer en liet zich in met wolkenschouwerij, wichelarij, geestenbezwering en waarzeggerij. Hij tergde de HEER door voortdurend te doen wat slecht is in zijn ogen. Daarom sprak de HEER(…): ‘Mijn volk luisterde niet en liet zich door Manasse verleiden nog meer kwaad te doen dan de volken die Ik voor hen had uitgeroeid. Koning Manasse van Juda heeft zich ingelaten met verfoeilijke praktijken, erger nog dan die van de Amorieten die hier vroeger woonden, en hij heeft daarbij ook de Judeeërs met zijn afgoden tot zonde aangezet.’

BGT | 2 Koningen 21: 2-9

Manasse deed dingen die de Heer slecht vond. Hij deed dezelfde afschuwelijke dingen als de volken die de Heer vroeger voor de Israëlieten weggejaagd had.(…) Hij liet altaren neerzetten voor de god Baäl.(…) Ook vereerde hij de sterren. Manasse liet altaren voor andere goden maken in de tempel in Jeruzalem, de stad waar alleen de Heer vereerd mocht worden. Op allebei de pleinen van de tempel liet hij altaren neerzetten voor de sterren. Hij offerde zelfs één van zijn eigen zonen. Ook ging hij naar waarzeggers en voorspellers. En hij nam mensen in dienst om de geesten van doden op te roepen. Manasse deed dus alles wat de Heer slecht vond. Daarmee beledigde hij de Heer.(…) Maar de Israëlieten luisterden niet naar de Heer. Ze deden zelfs ergere dingen dan de volken die de Heer vroeger voor hen vernietigd had. Dat kwam door het slechte voorbeeld van Manasse.

Verwerking

We zijn een stuk verder in de tijd. Hier lees je dat zelfs een koning, Manasse, niet doet wat de HEER via Mozes had gevraagd. Hij dient afgoden, verbrandt zijn zoon, doet aan waarzeggerij en ga zo maar door.

Manasse zorgde er zo voor dat ook zijn volk de afgoden ging dienen.

Het ging bij koning Manasse dus van kwaad tot erger. Hoe zou dat komen?

Kun jij -door je gedrag- ervoor zorgen dat iemand anders verkeerde dingen gaat doen? Hoe dan?