dagopening

maandag, 21 juni 2021

Het leven van Paulus

Als Paulus in Jeruzalem komt, vertelt hij eerst over zijn afkomst en zijn opleiding om het vertrouwen van de Joden te wekken. Dan vertelt hij over zijn opdracht om in Damascus de christenen te vervolgen.

NBV | Handelingen 22:6-10

Maar onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door een fel licht uit de hemel. Ik viel op de grond en hoorde een stem tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” En de Heer antwoordde: “Ik ben Jezus van Nazaret, die jij vervolgt.” De mensen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van hem die tegen me sprak. Ik vroeg: “Wat moet ik doen, Heer?” De Heer zei tegen mij: “Sta op en ga naar Damascus, daar krijg je precies te horen wat je opdracht is.”

BGT | Handelingen 22:6-10

Maar luister wat er gebeurde. Ik was op weg naar Damascus. Het was bijna twaalf uur ’s middags en ik was vlak bij de stad. Toen straalde er plotseling een fel licht uit de hemel om me heen. Ik viel op de grond, en ik hoorde een stem zeggen: ‘Saulus, Saulus, waarom vervolg je mij?’ Ik antwoordde: ‘Wie bent u, Heer?’ En de stem zei tegen mij: ‘Ik ben Jezus uit Nazaret. Ik ben degene die jij vervolgt.’ De mensen die bij me waren, zagen het felle licht. Maar de stem hoorden ze niet. Toen zei ik: ‘Wat moet ik doen, Heer?’ De Heer zei tegen mij: ‘Sta op en ga naar Damascus. Daar zal iemand je alles vertellen wat je moet doen.’

Verwerking

Paulus vertelt over zijn afkomst uit Tarsis. Hij is trots op zijn opleiding, die hij kreeg van een heel goede leraar, Gamaliël. Hij maakt duidelijk dat hij een echte Jood is.

Paulus heeft eerst christenen vervolgd. Hij dacht God daarmee een dienst te bewijzen. Hij gaat in opdracht van de mensen die hij nu toespreekt naar Damascus om ook daar de christenen te vervolgen. Dan grijpt Jezus in. Paulus is meer dan geschokt. Hij vervolgt de gezalfde van God! Hij kan nog maar één vraag stellen: “Wat moet ik doen, Heer?”

Op welke manier kun jij getuigen van Jezus?